Interview met zorgmanager ouderenzorg over corona
‘Ik hoop op een herwaardering van de zorg in ons land’
Hoe zien je werkdagen er nu uit?
‘Het werk is nu veel meer ad hoc en gericht op de korte termijn. Elke ochtend starten we met een overleg via videobellen met alle ondersteuners zoals specialisten ouderengeneeskunde, casemanagers en teamcoaches. We bespreken de laatste stand van zaken. Hoe gaat het met de bewoners, hoe gaat het met de medewerkers? Zijn er zaken die extra aandacht nodig hebben? Een belangrijke taak van mij nu is onze medewerkers ondersteunen en geruststellen. We merken dat deze situatie veel onrust en onzekerheid met zich meebrengt, zowel op het werk als thuis.
Ik werk nu vooral vanuit huis en dat is wennen. Elke dag krijg ik nieuwe informatie, is er nieuw beleid of worden protocollen aangepast. Dat bestudeer ik en geef ik zo goed mogelijk door aan de medewerkers die het betreft. Als locatiemanager werk ik intensief samen met de teamcoaches. In de normale situatie ben ik meer bezig met de lange termijn en houden de teamcoaches zich bezig met het dagelijkse werk. Nu pakken we alle zaken zo snel mogelijk samen op.’
Wat doe je nu niet? En is dat erg?
‘Dat vragen wij ons ook af! Alle langetermijnplannen en projecten op gebied van innovatie en kwaliteitsverbetering staan op een laag pitje. We zijn bijvoorbeeld vanuit het kwaliteitskader bezig met een aantal verbetertrajecten, zoals Persoonsgerichte zorg en Zinvolle dagbesteding. Door het verplicht sluiten van de voordeur van onze locatie, krijgt zinvolle dagbesteding opeens een heel andere lading. Met mijn teams proberen we voor onze bewoners een zo zinvol mogelijke dag te maken, en ook dat vraagt echt andere kwaliteiten en andere manieren van werken.
We merken dat er een bepaalde rust heerst. Zeker zolang er nog geen besmettingen zijn, leven we in een soort vacuüm.
We zijn op mijn locatie bezig met een ontwikkeltraject voor medewerkers. Wij willen het vak van verzorgende integraal neerzetten: je biedt welzijn, maar ook zorg en je bent verantwoordelijk voor kwaliteit van zorg. Dat vraagt van medewerkers om op een andere manier in hun werk te staan. Door de voordeursluiting komt ook dat in een ander daglicht te staan. De medewerkers moeten nu alles zelf doen omdat er geen familieleden of vrijwilligers meer kunnen komen. Misschien leidt het juist wel tot een versnelling van bepaalde ontwikkelingen.
We merken wel dat er een bepaalde rust heerst. Zeker zolang er nog geen besmettingen zijn – en dat is tot nu toe bij ons nog niet het geval – leven we in een soort vacuüm.’
Wat is momenteel je grootste zorg?
‘Onze grootste zorg is of wij voldoende personeel hebben als we te maken krijgen met besmettingen. ZZG zorggroep is een grote organisatie, met 26 locaties. Er staat een hele organisatiestructuur achter ons. Van collega’s die wel te maken hebben met besmettingen, begrijp ik dat dit goed functioneert. Er kan een moment komen dat op meerdere locaties besmettingen zijn. Wat gebeurt er dan? Dat is wel een zorg.’
Welke managementvaardigheden heb je nu het meeste nodig?
‘Op dit moment zet ik vooral situationeel leiderschap in. Ik geef directe ondersteuning aan teams: wat is er aan de hand en hoe kan ik bijsturen?
Ook is je ad hoc oplossingsvermogen nu essentieel. Zo zijn bijvoorbeeld bijna alle overleggen en scholingen voor medewerkers tijdelijk gestopt. We gebruiken deze uren nu voor extra diensten om het gemis van familie en vrijwilligers enigszins te compenseren.’
Wat zou jou nu enorm helpen in het uitvoeren van je taken?
‘Ik moet zeggen dat ik niet iets mis. Dat komt vooral omdat de organisatie heel goed acteert. Er is goede ondersteuning vanuit de directie en vanuit personeelszaken, de communicatie is goed en de lijntjes zijn kort. Ook bij de managers onderling zijn hele korte lijnen waardoor we heel snel kunnen schakelen. Die korte lijnen waren er wel al, maar komen nu goed van pas. Wij werken met zelfsturende managementteams en doen zoveel mogelijk zelf. Dat helpt ons nu om met elkaar prioriteiten te stellen en afspraken te maken.’
Wat heeft je verrast?
‘Wij dachten dat het sluiten van de voordeur, maar ook het opschorten van alle lange termijnplannen, tot heel veel onrust zou leiden. Wat mij verrast is dat het juist ook een bepaalde rust geeft en tot bezinning leidt: hebben wij onze prioriteiten wel goed? We doen zoveel allemaal! We zijn bezig met innovatie, met teamontwikkeling, ontwikkeltrajecten, noem maar op. Ik denk nu zelf ook: waar gaat het nou eigenlijk om? Het gaat uiteindelijk om de bewoner.’
Bepaalde afspraken protocollen of regels waar soms maandenlang over wordt vergaderd, zijn nu in een week afgehandeld.
‘Wat mij ook verrast is onze kracht en hoe snel wij als organisatie omschakelen. Bepaalde afspraken, protocollen of regels waar soms maandenlang over wordt vergaderd, zijn nu in een week afgehandeld. En dat is maar goed ook. Maar ik vraag me ook af waarom dat nu dan wel lukt. Je gaat hierdoor ook wel nadenken over de zin en onzin van allerlei projecten en overlegvormen. Dat zouden we in de toekomst moeten vasthouden.’
Wat leer je van deze crisis?
‘Ik denk vooral nog meer focussen op wat echt belangrijk is. Maar ik hoop vooral dat de waardering die de beroepen in de gezondheidszorg nu krijgen blijft. De afgelopen jaren is enorm bezuinigd. Als we iets positiefs uit deze crisis kunnen meenemen, dan hoop ik op een herwaardering van de zorg in ons land.’
Door: Maud Notten
Bron: Management Impact